facebook  linkedin  twitter

Oude blogs op volgorde van datum

Gepubliceerd op Volkskrant online: Basisinkomen is een valse belofte

Utrecht is een van de steden waar experimenten komen met het zogenoemde ‘onvoorwaardelijke basisinkomen voor bijstandsgerechtigden’. Een groep bijstandsgerechtigden krijgt tijdelijk een maandelijkse uitkering zonder daarvoor iets terug te hoeven doen. Geen sollicitatieplicht, geen tegenprestatie, geen werktraining, geen controle of inmiddels betaald werk is verworven.
Fans van dit ‘basisinkomen’ geloven dat als bijstandsafhankelijken geen verplichtingen hebben, ze vanzelf meer gaan bijdragen. Een fantasie die voor de bijstandsproblematiek geen enkele oplossing biedt.
Sterker nog, het experiment is een valse belofte. De VVD pleit voor een echte belofte.

 

Geen oplossing voor de problematiek
De bijstand is bedoeld als sobere voorziening voor mensen die zichzelf tijdelijk financieel niet kunnen onderhouden. Momenteel zijn er meer dan 400-duizend Nederlanders die ondanks hun vaardigheden en talenten niet zelf in hun inkomen kunnen voorzien. Voor een grote groep is bijstand al drie jaar of langer het basisinkomen. De kans om een baan te vinden wordt na zo’n lange periode van inactiviteit steeds kleiner. En daarmee verdwijnt het perspectief op een eigen inkomen en de bijbehorende trots en waardering. Daarbij komt dat de bijstand met alle (gemeentelijke) toeslagen en kortingen financieel vaak meer oplevert dan betaald werk.
De problematiek is dus dat nu meer dan de helft van de bijstandsgerechtigden langdurig aan de zijlijn blijft en nauwelijks zicht heeft op een vrij en verantwoordelijk leven. Mensen in de bijstand wegzetten en ze daar maar laten is dan ook onacceptabel.

Experiment biedt geen enkel nieuw inzicht
De proef in Utrecht beoogt antwoorden te vinden op vragen waar eigenlijk al een antwoord op is. Onderzoeken van SEO Economisch Onderzoek wijzen uit dat bijstandsgerechtigden zonder sollicitatieplicht minder vaak betaald werk vinden. Logisch. De onderzoekers willen in het experiment een groep bijstandsgerechtigden belonen met extra geld voor bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, terwijl een andere korting krijgt als niet wordt geparticipeerd. Eerdere onderzoeken hebben al aangetoond dat het vooruitzicht op straf effectiever is dan uitzicht op beloning. Dus ook daarbij kunnen we al voorspellen wat de uitkomst is.
Daarnaast is uit de jaren tachtig van de vorige eeuw bekend dat veel bijstandsgerechtigden niet als vanzelf gaan participeren als ze maandelijks financiële ondersteuning ontvangen zonder verplichte tegenprestatie.
Kortom, het ‘experiment onvoorwaardelijk basisinkomen voor bijstandsgerechtigden’ geeft geen nieuw wetenschappelijk of praktisch inzicht. ‘Wishful thinking’ in goed Nederlands.

Afbreuk aan de sociale rechtvaardigheid
Bijstandsuitkeringen worden betaald uit de schatkist en daarmee opgebracht uit de belastingopbrengsten van anderen. Elke rechtvaardige, sociale samenleving is gebaseerd op wederkerigheid. Voor wat, hoort wat. Langdurig niets terugvragen van ontvangers is niet sociaal. Maar in Nederland lijkt solidariteit verworden tot een anonieme geefplicht met daartegenover een soort vanzelfsprekend recht op krijgen. Waarbij iets teruggeven niet vanzelfsprekend meer is. In Utrecht bestaat de wettelijk verplichte tegenprestatie niet. Zelfs de VVD-motie om van bijstandsgerechtigden niet te eisen, maar wel te vrágen iets terug te doen kreeg geen meerderheid in de gemeenteraad.

Onderzoek naar verschil tussen uitstromers en bijstandsblijvers nodig
Desondanks blijft een aantal vragen relevant: hoe komt het dat sommige mensen ook na vele jaren bijstand een baan vinden en anderen niet meer? Wat maakt dat sommige bijstandsgerechtigden participeren en sommigen helemaal niet? Deze vragen raken wél de kern van het probleem. Daarom pleit de VVD voor onderzoek dat terugkijkt (retrospectief) in plaats van een experiment. In dergelijk onderzoek kunnen de gegevens van bijstandsblijvers en bijstandsuitstromers met elkaar worden vergeleken en aangevuld met vragenlijsten. Zo is te ontdekken wat de werkelijke verschillen zijn tussen mensen die een baan vinden en die in de bijstand blijven. Invloedsfactoren als een eigen netwerk, arbeidsbemiddeling en de ontwikkeling van het netto-inkomen worden dan zichtbaar. Daarmee kan veel effectiever re-integratiebeleid worden opgezet. En niet onbelangrijk, zulk onderzoek past wél binnen de spelregels van de Participatiewet.

Echte beloftes en perspectief voor de bijstandsgerechtigden zijn nodig. In plaats van ‘Laat maar, doe maar niets’ (basisinkomen) naar de VVD-belofte ‘Jij kunt ook meedoen!’